Principes bij neurodiversiteit


1. Het brein werkt meer als een ecosysteem dan als een machine

Tot nu toe hebben we vaak over het brein gedacht als een computer, of een soort machine. Uit onderzoek blijkt dat onze hersenen geen hardware zijn, geen software zijn maar wat genoemd wordt wetware, een complexe organische organisatie. De analogie van het brein met een ecosysteem in al haar complexiteit doet steeds meer opgang.

2. Het brein werkt met een vloeiend verloop van competenties

Mensen kunnen tegelijkertijd een groot aantal mėėr en minder sterke eigenschappen vertonen. Beter dan te spreken van stoorniscategorieën kunnen we spreken van een vloeiend verloop van competenties.

Wij scoren allemaal ergens langs het spectrum als het gaat om taalvaardigheid, sociale vaardigheid, leermogelijkheden, aandacht en concentratie, impulsiviteit en noem maar op. Dyslexie bv begint bij heel lichte beperking van lees- en taalvaardigheid en loopt tot ernstige beperkingen. Autismespectrum geeft aan dat er heel verschillende competenties zijn in sociale- en emotionele vaardigheden.

Dit alles heeft niets te maken met hoe intelligent iemand is.

3. Menselijke competenties worden bepaald door de waarden van de cultuur. Gestoord of begaafd? Het hangt grotendeels af van wanneer en waar je geboren bent.

Wat als stoornis wordt aangemerkt reflecteert sterk de waarden van een bepaalde cultuur. Dyslexie veronderstelt dat iedereen geacht wordt goed te kunnen lezen, dat was 150 jaar geleden absoluut anders.

Wat wij in de westerse wereld nu als schizofreen typeren wordt in andere culturen (en in ons eigen verleden) ook regelmatig als heilig gezien, als visionair. Hallucinaties worden en werden in de religieuze context vaak helemaal niet als gestoord beschouwd.

In het Amerika van voor de burgeroorlog kende men een stoornis die “drapetomania” werd genoemd: de obsessieve drang om als slaaf je meester te ontvluchten.

4. Succes is gebaseerd op de aanpassing aan de gewoonten van de omgeving

We leven in een bepaalde cultuur en worden geaccepteerd als we ons aanpassen aan de normen en waarden en gewoonten in die cultuur. Dus iemand met dyslexie moet leren lezen, iemand met autismespectrum eigenschappen moet zich sociaal zoveel mogelijk aanpassen en iemand die schizofrene eigenschappen heeft moet zoveel mogelijk rationeel worden etc etc. Met medicatie en met psychologische begeleiding ondersteunen we soms die aanpassing. Maar de leerbaarheid van een breinorganisatie is beperkt. Acceptatie van en ondersteuning voor zorgen dat de andere eigenschappen kunnen bloeien.

5. Succes hangt ook af van de mogelijkheden om de omgeving aan te passen bij iemands unieke brein

Waar de grenzen van de leerbaarheid bereikt worden is het goed om de omgeving aan te passen aan de specifieke behoeften van iemand. Een persoon met ADHD bv kan fantastisch werk doen als verkoper, geef die persoon dan ondersteuning bij de administratie, of laat z/hij een planbord/smartphone gebruiken om de dag te organiseren. Zorg dat iemand met autistische eigenschappen niet voortdurend wordt gestoord in het werk, of te maken krijgt met veel onverwachte verandering.

Het zijn niet de bijzonderheden van de neurodiversiteit zelf die voor uitsluiting zorgen. Als er een basisattitude van acceptatie is kunnen ieders talenten ontwikkeld en benut worden en de aandachtspunten worden opgevangen. Een match tussen kwaliteiten en eisen!
Dat levert een win-win situatie op in het werkveld.